Organisatie
Laatste nieuws
JBN Kidsclub
Vertrouwenspersoon
Vertrouwenscontactpersoon Judovereniging THAG
De vertrouwenscontactpersoon binnen JV THAG is Gerrit Middelkamp en is telefonisch te bereiken via 06-10849001, email gerritmiddelkamp@gmail.com
Binnen Judo Bond Nederland (JBN) is het vertrouwelijk gesprek belegd bij een vertrouwens(contact)persoon. De vertrouwenscontactpersoon is het eerste aanspreekpunt voor iedereen die te maken heeft met seksuele intimidatie of ander ongewenst gedrag en hier met iemand over wil praten. De VCP is beschikbaar voor iedereen die opmerkingen of vragen heeft over seksuele intimidatie of die over een concreet incident een gesprek wil met de JBN. De VCP is er voor sporters, ouders van sporters, toeschouwers, kaderleden, vrijwilligers en bestuur. Vanuit de bevoegdheid vertrouwenswerk kan bij deze persoon, die opereert namens de bestuurder of directie van de bond, direct een melding gedaan worden.
Lenie Heijboer – Hoogendoorn is voor haar rol als vertrouwenscontactpersoon via onderstaande gegevens te benaderen:
lenie.heijboer26@ziggo.nl
Tel: 06-12577760 (ook bereikbaar via whatsapp, voicemailberichten worden afgeluisterd)
Waarom: Judovereniging THAG vindt het van belang dat iedereen van zijn/haar sport kan genieten. We willen een actieve en sportieve vereniging zijn waar iedereen zich thuis voelt, ongeacht iemands sportieve capaciteiten of achtergrond. Een aantrekkelijke vereniging voor jong en oud, dichtbij en toegankelijk. Binnen de vereniging werken we aan groei; we zijn volop in ontwikkeling en iedereen helpt met een betrokken gevoel. Het kan echter voorkomen dat iemand zich even niet thuis voelt; met een probleem kampt waarbij hij/zij niet bij de trainer of het bestuur terecht kan. De vertrouwenscontactpersoon is dan aanspreekbaar voor ondersteuning en advisering; de vertrouwenscontactpersoon bied je een luisterend oor. Vervolgens zal de vertrouwenscontactpersoon met de persoon in kwestie bespreken hoe het probleem kan worden aangepakt en persoonlijk begeleiden voor zover dat mogelijk is.
Voor wie: Elk lid (of de ouders/verzorgers) of vrijwilliger kan zich wenden tot de vertrouwenscontactpersoon als men over integriteitsschendingen of vermoedens daaromtrent wil spreken. Het gaat daarbij te allen tijde om een vertrouwelijk contact. Indien de aangekaarte onderwerpen feitelijk bij de tuchtcommissie thuishoren verwijst de vertrouwenscontactpersoon daarnaar en helpt zo nodig de betrokkene hierbij.
Rol: De rol van de vertrouwenscontactpersoon is om een eerste aanspreekpunt te zijn, iemand die op de hoogte is van de mogelijkheden die er zijn om hulp te krijgen, iemand die begeleidt en ondersteunt. Daarnaast adviseert en stimuleert de vertrouwenscontactpersoon om preventieve maatregelen te nemen.
Integriteitsschendingen
Deze zijn als volgt samen te vatten:
seksuele intimidatie,
agressie en geweld,
treiteren/pesten,
discriminatie,
intimidatie,
ongewenste omgangsvormen.
Status binnen de vereniging: De vertrouwenscontactpersoon valt onder directe verantwoordelijkheid van de voorzitter van judo vereniging en maakt in deze functie geen deel uit van de vereniging. De rapportage van de vertrouwenscontactpersoon wordt altijd vertrouwelijk behandeld. Eenmaal per jaar brengt de vertrouwenscontactpersoon een kort geanonimiseerd verslag uit aan het voltallig bestuur van JV THAG over haar werkzaamheden.
Seksuele intimidatie: Onder seksuele intimidatie wordt verstaan;
Alle handelingen en uitlatingen in de seksuele sfeer, die in het kader van de sportsituatie of onze organisatie plaatsvinden en door degene op wie ze gericht zijn als ongewenst worden beschouwd,
Seksuele toenadering en herhaalde seksuele toenadering na afwijzing (ook in gevallen van aanvankelijke acceptatie),
Aandringen op seksuele activiteiten, waarbij een beloning in het vooruitzicht wordt gesteld,
Dwang tot seksuele activiteiten door middel van bedreiging of straf,
Aanranding of verkrachting.
Als er sprake is van seksuele intimidatie, dan kun je ook terecht bij het NOC*NSF meldpunt met eerste vragen, twijfels of om je verhaal te vertellen. Het NOC*NSF meldpunt is dag en nacht bereikbaar, ook in het weekend en op feestdagen. Het nummer is 0900 – 202 55 90 (€ 0,10 per minuut).
Agressie en geweld; Voorvallen waarbij een persoon psychisch en/of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen.
Treiteren/pesten; Dit zijn negatieve communicatieve handelingen die meestal tegen één persoon gericht zijn (afkomstig van één of meerdere personen) en die gedurende een lange tijd frequent plaatsvinden.
Discriminatie; Tussen personen op grond van levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele voorkeur en de burgerlijke staat (gehuwd of ongehuwd).
Intimidatie; Vrees aanjagen en bedreigingen door woord en/of gebaar.
Andere ongewenste omgangsvormen; Zoals opmerkingen en gedragingen die als vernederend worden ervaren. Ongepast en aanstootgevende gedrag. Ongewenste omgangsvormen zijn samengevat, uitingen, direct of indirecte, in woord, gebaar of afbeelding, die ongewenst zijn dan wel redelijkerwijs als zodanig kunnen worden ervaren door diegene die ermee wordt geconfronteerd. Aangezien ieder voor zich uitmaakt wat hij onder ongewenste omgangsvormen bestaat, bestaan er verschillende opvattingen over wat toelaatbaar is en vaak worden ongewenste omgangsvormen gezien als misbruik van macht. Dat er echter een groot grensgebied bestaat waarover meningen uiteen lopen moge duidelijk zijn. Wat voor de één een grapje is, kan voor een ander een ongewenste omgangsvorm zijn. Bepalend is dat de activiteit alsook de situatie door betrokkene als ongewenst wordt ervaren. In de meeste gevallen heeft de betrokkene verscheidene malen gewezen op het hinderlijke en dus ongewenste in het gedrag van de ander(en) Desondanks gaan de ongewenste omgangsvormen door of worden herhaald.
Signalen; Leden en vrijwilligers van de vereniging nemen zaken waar, die hen zorgen baren, en waaruit mogelijk zou kunnen blijken dat het welzijn of de veiligheid van een ander lid in gevaar is. Te denken valt aan opmerkingen van leden, of fysieke verschijnselen die wijzen op mishandeling, verwaarlozing of bedreiging in andere situaties dan die binnen de vereniging (thuis, school, werk). Het kan moeilijk zijn te besluiten of hier actie op moet worden gepleegd, en met wie eventueel de vermoedens moeten worden besproken.